Larix kaempferi

Japanse lariks, japanse larix, japanse lork

Larix kaempferi ook wel eens Larix leptolepis genoemd, is afkomstig uit Japan. Hij komt oorspronkelijk uit de bergen van het eiland Hondo, waar hij groeit op hoogtes tussen 1.300 en 2.900 m, maar hij past zich heel goed aan aan de teelt op de vlakten in een koel oceaanklimaat. Hij behoort tot de Pinaceae familie, net als de dennen, sparren en fijnsparren. Hij lijkt visueel erg op de Europese Larix decidua maar groeit een stuk sneller. De lange, sterke schaars vertakte takken komen ondiep uit de stam omhooggericht. De onderste takken gaan vaak iets doorhangen. De schors is rood tot grijsbruin, dik en geschubd en in smalle stroken afschilferend. Van de lente tot de zomer is het blad meestal blauwgroen en bestaat het uit platte naalden van 1,5 tot 4 cm lang, zacht en niet stekelig. De naalden staan solitair op de lange takken, maar vormen dichte rozetten op de korte takken. Deze lariks krijgt, net als alle andere, in de herfst een prachtige tint van bronsgeel met oranje accenten. Hij bloeit in maart-april. De boom draagt mannelijke bloemen, die gescheiden zijn van de eerder onopvallende vrouwelijke bloemen. De bestuiving gebeurt door de wind. De bevruchte vrouwelijke bloemen veranderen in kleine, bolvormige, rozetvormige kegels van 2 tot 3 cm lang. Ondanks zijn Japanse afkomst wordt deze soort in Europa meer toegepast dan de Europese lariks. De boom wordt ook landschappelijk toegepast en leent zich prima als haagplant, snoeien doe je dan best in het voorjaar.

Beknopte eigenschappen

Bloeiperiode