Viburnum farreri

Sneeuwbal, sneeuwbes

Viburnum farreri of ook V. fragrans is een van de ouders van Viburnum bodnantense waar hij sterk op lijkt. Hij verschilt echter in die zin dat hij een meer open groeiwijze heeft en een grotere neiging tot uitgroeien evenals een lange, iets meer discrete en iets minder geurige winterbloei. De roze-witte bloemen, verzameld in kleine trossen, verschijnen vanaf november en blijven verschijnen tot maart, april in opeenvolgende golven naarmate het weer warmer wordt. Een ander pluspunt van deze struik is zijn prachtige bronzen blad in de lente, dat groen en meer gedempt wordt in de zomer voordat het weelderige herfstkleuren aanneemt. Deze mooie en weinig veeleisende viburnum is gemakkelijk te kweken in de meeste van onze regio's zolang je maar voorzichtig bent bij het aanplanten. Hij heeft een rechtopstaande, open, weinig vertakte groeiwijze, waarbij de struik zich verspreidt door de vorming van uitlopers aan de rand van de stronk. Hij groeit matig snel. Op volwassen leeftijd bereikt de struik een hoogte van ongeveer 3 m en een breedte van 2,5 m. De bloei begint in november en gaat meer sporadisch door tot maart, behalve tijdens periodes van zware vorst, in het eindgedeelte en ook in de oksels van de knoppen, op de donker roodbruine twijgen. De bloeiwijzen van 5-7 cm bestaan uit felroze bloemknoppen die openen tot buisvormige, bijna witte geurende bloemen. De kleur van de bloemknoppen wordt meer uitgesproken in maart. Het blad van de Farrer viburnum is opvallend omdat het koperachtig gebronsd is bij het ontluiken en geleidelijk heldergroen wordt in de zomer. De schitterende herfstkleuren komen in verschillende tinten rood en paars. Het blad is bladverliezend, met ovale, diep getande, 10 cm lange bladeren met goed gedefinieerde nerven. Af en toe worden er kleine rode bessen geproduceerd. Na de bloei kan men snoeien om een dichte struik te bekomen.

Beknopte eigenschappen

Bloeiperiode