Tetradium daniellii

Bijenboom, honingboom

Tetradium daniellii behoort tot de Rutaceae familie. Hij komt oorspronkelijk uit de gematigde loofbossen van Zuidoost-Azië (China, Korea) op grote hoogte. Deze boom wordt minimaal 10 m hoog en vormt een kroon van wijd uitgespreide takken die naar de hemel wijzen. Hij bereikt een diameter van 5 tot 6 m op volwassen leeftijd. Hij groeit vrij snel. De jonge, behaarde takken dragen lange bladverliezende bladeren, tot 30 à 40 cm lang, met 5 tot 11 ovale blaadjes met taps toelopende donkergroene uiteinden. De bovenkant van de bladeren is geglazuurd, de onderkant fluweelachtig en glazig, de blaadjes zijn bezaaid met kleine doorschijnende puntjes die een licht aroma verspreiden als ze verkreukeld worden. In de herfst krijgen de bladeren een gele tint. In de late lente en zomer, afhankelijk van het klimaat, bloeien er talrijke tuilen met kleine, roomwitte of botergele bloemen die een aangename geur verspreiden. De bloemen zijn een van de beste nectarbronnen voor bijen. Aan het einde van de bloeiperiode kleuren de bloemtrossen rood en worden ze gevolgd door kleine vruchten, eerst paarsgroen, dan frambozenrood en dan grijs-beige, die lang aan de boom blijven zitten. De zaden in de capsules zijn oliehoudend en erg gewild bij vogels.

Beknopte eigenschappen

Bloeiperiode