Tamarix parviflora

Tamarisk

Tamaris parviflora, een lid van de Tamaricaceae familie, komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa, met name de kustgebieden van Griekenland en Albanië. In het wild groeit deze struik nooit ver van water, of het nu in stromen op het land of onder de grond stroomt. Hij heeft een brede, soepele, spreidende groeiwijze, met een lichte kroon van afhangende takken boven een korte stam. Op volwassen leeftijd zal de Tamarix parviflora ongeveer 4,50 m in alle richtingen bereiken en matig snel groeien. De bloei vindt plaats in april-mei, afhankelijk van het klimaat, op de scheuten van het voorgaande jaar. Het zijn kleine, lichtroze bloemen in aren die elke dag vervagen. Ze zijn zo talrijk dat ze elke tak lijken te bedekken met roze veren. Het blad is bladverliezend en verschijnt na de bloei. Het bestaat uit kleine, heldergroene blaadjes, die lijken op kleine schubben, met klieren die zout in oplossing kunnen uitscheiden. In zoute grond geeft dit fenomeen soms de indruk dat het gebladerte tranen laat. De delicatesse van het gebladerte en de prachtige oranjerode herfsttinten verlengen en bevestigen het oneindig sierlijke uiterlijk van de plant. De donkere schors versterkt de bloemen en het gebladerte. De kleinbloemige tamarisk kan meer dan 50 jaar oud worden. Zijn wortelstelsel graaft zich diep in de grond in, waardoor hij moeilijk te verplaatsen is: kies zijn standplaats vanaf het begin zorgvuldig!

Beknopte eigenschappen

Bloeiperiode