Picea glauca 'Sander's Blue'

Dwergspar, fijnspar, spar

Pciea glauca 'Sander's Blue' wordt vaak verward met de variëteit 'Conica Blue', afstammend van 'Conica'. Dit is een kleine, elegante conifeer met een compacte, kegelvormige, smalle opgaande groeiwijze. Het zeer dichte gebladerte geeft hem het uiterlijk van een nette vormsnoei, hoewel hij niet gesnoeid hoeft te worden. Soms komt het voor dat de 'Sander's Blue' toch scheuten met groene naalden vormt. Als u deze wegknipt, blijft de conifeer mooi blauw. Hij groeit erg langzaam. Na 20 jaar bereikt hij een hoogte van 1 m en een breedte van 40 cm, soms iets meer in koele, vochtige klimaten. Wanneer hij volgroeid is, bereikt hij een hoogte van 3 m en een breedte van 1,50 m aan de basis. Hij produceert korte, dicht op elkaar staande twijgen die gelaagd zijn. Bedekt met korte, vierhoekige naalden die borstelig, zeer scherp en aromatisch zijn. Ze zijn bedekt met witte was. De jonge lentescheuten zijn lichtend staalblauw, daarna krijgt het gebladerte een uniforme blauwgroene tint die varieert van plant tot plant. Het wortelsysteem van de witspar is ondiep, zeer vertakt en kruipend waardoor hij moeilijk te verplanten is als hij volwassen is en bijzonder gevoelig is voor wind. Omdat de Picea glauca 'Sander's Blue' veel vocht en voeding opneemt uit de bodem is het niet aan te raden om deze conifeer te combineren met kleine vaste planten.

Beknopte eigenschappen

Hoogte volgroeide plant:	2,5 - 3 M
Standplaats:	beschut, halfschaduw, zon
Grondsoort:	alle, zuur, humus
Vorm:	opgaand, kegelvormig, compact

Bloeiperiode

				X	X
jan	feb	maa	apr	mei	jun	jul	aug	sep	okt	nov	dec

Detailfoto's zijn een momentopname. Afhankelijk van seizoen kan deze er anders uitzien m.b.t. bloei, hoogte, blad, ...